Christ My Song - 1466
Een mens doorleeft veel bange stonden - Zonde en verlossing
(Carl Johann Philipp Spitta/Johannes Riemens/
Johannes Thomas Rüegg)
Zonde en verlossing.
1. Een mens doorleeft veel bange stonden,
veel onbegrepen smart.
Eerst als hij, Heer, U heeft gevonden,
kent hij zijn eigen hart.
Eerst bij de vlek'loos heldre stralen
van Uwen waarheids-gloed,
erkent hij 't rusteloze dwalen
van zijn onrein gemoed. PDF - Midi
2. In 't licht, dat Gij hem doet aanschouwen,
licht zonder duisternis,
leert hij zichzelven mee beschouwen,
geheel gelijk hij is.
Uw grootheid doet hem dan ontdekken
zijn eigen nietigheid,
en Uwe reinheid zonder vlekken
zijn ongerechtigheid.
3. O Godlijk liefderijk bedoelen,
dat U geheel vervult!
Hoe doet Gij ons zo diep gevoelen
de grootheid onzer schuld!
Maar schuldverzoenend biedt ge ons tevens
genadiglijk de hand,
en leidt ons op den weg des levens
naar 't eeuwig vaderland!
4. Wie kan ze gans en al doorgronden,
Uw grote liefde, o God!
Nog vóór wij kenden onze zonden
en ons rampzalig lot
en ons voor U zo schuldig leven,
hadt Gij reeds Uwen Zoon,
Uw Eenigen, voor ons gegeven, –
nu geeft Ge ons, Hém tot loon!
5. Wat zal ik nu het nodigst keuren,
U te eren om Uw trouw?
Of om mijn eigen schuld te treuren
met ootmoed en berouw?
O Heer! Gij wilt mijn tranen drogen,
zodat 'k den reisweg ga,
wél arm en klein in eigen ogen,
maar rijk door Uw genâ!
6. Heb dank, dat ik U heb gevonden,
U en mijn eigen hart,
na veel doorleefde bange stonden,
veel onbegrepen smart:
ééns dank ik eeuwig U daarboven;
nú zie ik naar omhoog,
en wens Uw trouw, mijn God, te loven,
schoon met een' traan in 't oog!
Johannes Riemens, Luit en Harp, 170-172.
Translated from the German Der Mensch hat bange Stunden - Verständnis
of Carl Johann Philipp Spitta.